Een tekort aan voedingsvezels veroorzaakt darmproblemen, zoals een te trage stoelgang, obstipatie en aambeien of divertikels (uitstulpingen van de dikkedarmwand). Vezelrijke voeding is ook belangrijk om overgewicht te voorkomen, omdat voedingsvezels een verzadigd gevoel geven én nauwelijks energie leveren. Een vezelrijk voedingspatroon met veel groente, fruit, peulvruchten en graanproducten wordt verder in verband gebracht met een gunstiger vetverhouding van het bloed en een lager LDL-cholesterolgehalte. Vezelrijk eten geeft daardoor een lager risico op hart- en vaatziekten. Mogelijk verkleinen voedingsvezels ook het risico op dikkedarmkanker, maar dat is nog onduidelijk.
Als richtlijn geldt voor volwassenen 30 tot 40 gram voedingsvezels per dag.
Daarbij heeft het de voorkeur voedingsvezels via het eten binnen te krijgen. Het is aan te raden terughoudend te zijn met voedingsvezelpreparaten: gebruik deze alleen in overleg met arts of diëtist.
Oplosbare voedingsvezels
Oplosbare voedingsvezels zitten vooral in groente, fruit en peulvruchten. Deze voedingsvezels hebben een gunstige werking op de stoelgang. In de dikke darm bewerken de daar aanwezige bacterïen deze voedingsvezels. Hierbij komen stoffen vrij die de darmbeweging stimuleren. Zij zorgen er voor dat de ontlasting soepel en volumineus blijft. In geval van diarree zorgen deze voedingsvezels ervoor dat de ontlasting niet té dun wordt. Van deze soort voedingsvezels is verder een gunstige invloed op het cholesterolgehalte bekend. Daarnaast is de bloedglucoseverlagende werking van belang voor mensen met diabetes mellitus (suikerziekte).
Niet-oplosbare voedingsvezels
Niet-oplosbare voedingsvezels zitten voornamelijk in volkorengraanproducten, met name in tarwe. In het darmkanaal zuigt deze soort als een soort spons water op en houdt dat ook vast. Daardoor blijft de ontlasting soepel en zacht en passeert deze het spijsverteringskanaal met gemak.
Bron: www.voedingscentrum.nl